Pauline komt opgewekt de praktijk binnen. Ik word meteen vrolijk als ik
haar glimlach zie. Ze heeft duidelijk zin in de les. Ze neemt afscheid van haar
moeder en zusje en we gaan lekker aan het werk. In een oogopslag ziet Pauline,
dat er nieuwe spulletjes in mijn praktijk staan. Ze ziet een triptrapstoel die
ik heb neergezet en gaat direct proberen hoe hij zit. ‘Je moet hem wel nog even
wat lager zetten’, want zo kan ik niet goed zitten. Kijk maar!’ Ze kijkt verder om haar heen en signaleert de
kapla in een hoek. ‘Weet je je begint toch altijd met het voorlezen van een
verhaal en dan mag ik toch altijd kleuren? Vandaag ga ik met de kapla spelen
als je leest.’ Ik vind het goed en vraag haar of ze nog iets nieuws ziet. Ze
ziet onmiddellijk het speelgoedkeukentje met de potten en pannen. Ik vertel
haar hoe de les er vandaag uit gaat zien en wat we allemaal gaan doen. Het keukentje gaan we vandaag ook gebruiken. Zichtbaar
wordt haar gezicht nog vrolijker. De les van vandaag gaat over het auratuintje. Haar opmerkzaamheid is een mooie kwaliteit.
Hoogsensitieve kinderen zien vaak in een oogopslag, dat er iets is veranderd in
de klas. Dat de stoelen anders staan, of dat juf anders doet dan normaal. Een mooie eigenschap, maar kinderen kunnen
hierdoor ook sneller overprikkeld raken.
Ze gaan dan zo op in alles wat ze zien en beleven en kunnen daardoor uit
balans raken. Het is belangrijk dat kinderen zich bewust worden van hun eigen
ruimte. Hun eigen plek en dat ze leren om stevig te staan. Als je alsmaar verbonden bent met wat je
overal ziet en hoort en voelt, dan ben je niet met aandacht bij jezelf. Dan kan
het zijn dat je ’s avonds als je gaat slapen merkt dat je lichaam nog heel druk
is vanbinnen. In het verhaal van het
auratuintje uit de ik ben oké! cursus, wordt heel mooi uitgelegd, dat je
lichaam je huis is waar je in woont. En dat het bij jezelf in je eigen huis
altijd fijn voelt. Om je huis heb je een tuin en dat is je eigen ruimte. Alle
mensen hebben een eigen ruimte, maar die zie je niet. Maar als je speelt met
andere kinderen en je zit in de klas en juf wordt boos omdat de kinderen niet
goed luisteren bijvoorbeeld, dan drijft er een donkere boze wolk van juf in je
tuin. En misschien ook drukke wolken van kinderen in je klas. Dan wordt het zo vol in je tuin, dat het in
je eigen ruimte niet meer fijn voelt.
Pauline luistert aandachtig en maakt ondertussen een mooi huis met
stevige muren van kapla. Ik ga door met het voorlezen van het verhaal, dat
eigenlijk een soort droomreisje is. Je doet alsof. Na afloop bespreken we samen
hoe het huis van Pauline eruitziet. Ik vraag haar of haar huis ook een tuin
heeft. ‘Ja zegt ze, die is er wel maar die zie je niet’. De rest van het uur oefenen we met het voelen
van je eigen ruimte en verder oefenen we met handige oplossingen bedenken als
je op je stressladder klimt. We doen dat ook spelenderwijs en bakken samen
koekjes in de oven. Met moeite gaat Pauline na de les mee naar huis. Ze had nog
uren door willen spelen en ik ook.
Een kijkje in de keuken van hoogsensitieve kinderen
Welkom op deze weblog, die informatie biedt aan ouders, begeleiders en leerkrachten van hoogsensitieve kinderen.
donderdag 18 februari 2016
maandag 19 januari 2015
Haas en Dientje Glimlachland
Voor alle kinderen, die zich wel eens zorgen maken en veel nadenken.
Voorlezen, lezen, kijken, nadoen en hardop denken doe je met dit boek voor kinderen vanaf 5 jaar.
Schrijfster: Dorien van Vlijmen
Illustraties: Marion Vrijburg
Uitgever: Mescolanza, eerste druk 2014
De thema’s in dit boek
Kinderen die veel
nadenken en gevoelig zijn, hebben de neiging om zich eerder zorgen te maken. Ze
denken, voelen en beleven veel. Er gaat veel om in de hoofden van deze
kinderen. Glimlachland is het tweede boek uit de serie van Haas en Dientje. Ook
in dit boekje worden alledaagse dingen aangestipt die kinderen meemaken in het
leven. Bijvoorbeeld: ‘ergens geen zin in hebben’ of ‘iets niet durven’, worden
besproken. Maar ook onderwerpen als pesten, ouders die gescheiden zijn komen
aan bod. Dorien is er wederom in geslaagd om op een luchtige manier in de vorm
van een leuk en grappig verhaal kinderen en ouders iets mee te geven. Het boek is
leuk geïllustreerd door Marion en biedt kinderen handreikingen hoe je met situaties
om kunt gaan.
Verhaallijn
Haas is een Haas, en
Dientje is zijn beste vriendinnetje. Samen hebben zij een grote vriendenkring
met wie zij van alles beleven en bepraten. In dit boek gaan Haas en Dientje
samen met hun vriendjes Gijsewijssie en Priet naar een heel bijzonder
land. Glimlachland. Onderweg maken ze
van alles mee. Ze komen op mooie plekjes en ontmoeten bijzondere dieren en ze
ontdekken dat er een geheim is in Glimlachland.
Een geheim waar je blij van wordt. Gijsewijssie wijst de weg, maar heeft
Haas en Dientje ook nodig als ze eenmaal in Glimlachland zijn. Ook Dippe en
Madelief reizen mee, de twee wezentjes die Haas altijd bij zich heeft.
Dippe en Madelief, de
stemmetjes van Haas
Dippe is vaak bang en
bezorgd. Hij denkt overal over na. Voor Haas is Dippe belangrijk. Dippe bereidt
Haas goed voor op de dingen die kunnen gaan gebeuren. Madelief, het engeltje
van Haas, geeft vaak goede raad en geeft Haas een goed gevoel. ‘ Blij zijn dat
doe je zelf’, zegt ze altijd. Zou dat het geheim zijn van Glimlachland? In het boekje worden Dippe en Madelief, de
stemmetjes in het hoofd van Haas, vriendjes.
Het geheim van
Glimlachland
Als Haas en Dientje in
Glimlachland komen heeft iedereen een lach op zijn gezicht. Zelfs de komkommers
en de tomaten van de groenteman kijken blij. Hoe kan dat? Zou het geheim zijn
dat je gewoon lief voor elkaar moet zijn? Of dat je gewoon altijd mag zijn wie
je bent? Of doen de mensen in glimlachland alleen maar leuke dingen, of doen ze
gewoon dingen waar ze goed in zijn? Zijn ze dan nooit bang? Of zien ze dan
nooit ergens tegenop? Of zeggen ze tegen zichzelf dat het allemaal weer goed
komt? Om daar achter te komen, moet je het boekje echt zelf lezen en beleven. Veel
leesplezier.
donderdag 25 september 2014
De Jonge Beelddenker
Schrijfster Tineke Verdoes, 2014
Een kind dat in beelden denkt, ziet plaatjes in zijn hoofd en leert het liefst door te doen, te ervaren en te kijken. Deze kinderen hebben tijd nodig om bij het plaatje een woord te vinden.
Samenvatting
Bij de meeste kinderen die ouder worden verandert het denken, ze gaan steeds meer in taal denken. Het kind wordt een taaldenker. Bij een groot aantal kinderen gaat het anders. Ze blijven eerst denken in beelden en zoeken dan de taal erbij. We noemen ze beelddenkers.
In het huidige onderwijs wordt vooral een beroep gedaan op de linkerhersenhelft en dit is over het algemeen de zwakkere kant van een beelddenker. Om beide type kinderen tot hun recht te laten komen is het van belang dat leerkrachten hun onderwijs aan kunnen passen.
Dit boek, geschreven door Tineke Verdoes, biedt uitleg, tips en opdrachten voor leerkrachten en ouders van kinderen in de kleuterklas en groep 3. Tineke geeft in dit boek veel praktische voorbeelden hoe je beelddenkers kunt ondersteunen thuis en in de klas. Ze put hierbij uit haar jarenlange ervaring als juf in de onderbouw.
Kun je beelddenken al vaststellen op jonge leeftijd?
Op jonge leeftijd kan je eigenlijk nog niet spreken van beelddenken, omdat het kind tot 10 jaar nog volop in ontwikkeling is. Eigenlijk denken alle jonge kinderen in beelden. Als je ze iets vertelt maken ze veelal plaatjes in hun hoofd. Vanaf groep 3 leren kinderen, ook door het talige onderwijssysteem hun linkerhersenhelft steeds meer gebruiken. Ze maken steeds meer de overgang van beeld-naar taaldenken. Sommige kinderen houden de voorkeur voor het denken in beelden. Ook al kun je op jonge leeftijd nog niet echt spreken van beelddenken, je kunt wel beelddenkkenmerken signaleren bij deze kinderen. Tineke spreekt in haar boek van risicoleerlingen. Deze kinderen lopen risico omdat het onderwijssysteem, zowel de leerstof als de manier van lesgeven, niet aansluit bij de manier van leren van deze kinderen.
Visueel ruimtelijke manier van informatieverwerking
20 % van de kinderen in de basisschoolleeftijd is een beelddenker. Beelddenken is niet alleen denken in plaatjes. Het is driedimensionaal, ruimtelijk denken. Het is associatief. Een beelddenker ervaart elke waarneming als een totaalbeleving. het beeld is verbonden met geur, smaak, voelen. Tineke illustreert dit in haar boek als volgt:
'Als ik aan Larinda (6 jaar) vraag wat er in haar hoofd gebeurt als ik het woord appel zeg, ontstaat ( met veel doorvragen) het volgend gesprek:
Ik: 'Wat gebeurt er in je hoofd als ik het woord appel zeg?'
Zij: (eerst is het een paar seconde stil en schieten haar ogen naar boven, alsof ze een plaatje zoekt) 'Dan heb ik honger.'
Ik: 'Hoe komt dat dan?'
Zij: ( eerst stil). 'Dat komt door mijn maag.'
Ik: 'Waar moet je in je hoofd aan denken, als je aan het woord appel denkt?'
Zij: (eerst stil) 'Aan wormen'.
Ik: 'Wormen?' Waarom aan wormen?'
Zij: 'Die kruipen vaak in appels.'
Hoe herken je beelddenkers in de klas?
Tineke geeft een uitgebreide signaleringslijst in haar boek, hieronder noem slechts een aantal herkenningspunten:
- Het zijn de dromers in de klas
- Het zijn de kinderen met veel fantasie
- Ze gebruiken al hun zintuigen bij het verwerken van informatie
- Ze zijn snel afgeleid
- Het zijn snelle denkers, leggen veel verbanden
- Ze komen met creatieve oplossingen voor problemen
- Ze hebben moeite met tijd
- Ze kunnen opgaan in hun spel
- Ze hebben moeite met de volgorde van dingen
- Ze struikelen over hun woorden,springen van de hak op de tak
- Ze hebben een zwakke fijne motoriek
Belevend leren
In haar boek geeft Tineke veel praktische voorbeelden en tips om deze kinderen te helpen. Je kunt als leerkracht gebruik maken van de sterke kant van beelddenkers. Deze kinderen leren makkelijker door te doen, te ervaren.
Rekenregels en taalregels zijn vaak te abstract. Tineke legt in haar boek uit, hoe je kinderen die in beelden denken kunt leren rekenen. In de kleuterklas leren kinderen veel spelenderwijs. Dit kan je thuis ook doen. Hoeveel boontjes heb je op je bord? En als ik er nog 2 bij leg hoeveel heb je er dan? In groep 3 leren kinderen automatiseren tot 20. Door hier een spel van te maken en het kind een concrete situatie te laten ervaren, help je het kind de stap te laten maken van concreet naar abstract. Tineke geeft het voorbeeld van een buschauffeur, die bij de eerste bushalte eerst 5 kinderen ophaalt en bij de tweede bushalte 3. Kinderen maken als het ware een filmpje in hun hoofd van deze situatie en hieruit vloeit het abstract voorstellen en het formele rekenen 5+3.
Ook geeft ze aan dat voor een optimaal leereffect het belangrijk is, dat alle zintuigen worden gebruikt bij het leren van de letters. Dus hoe ziet de letter S eruit? Hoe klinkt de letter S? Hoe voelt de letter S (het kleien van de letter). Leren met het hele lichaam ( loop de S door de ruimte).
Structuur, biedt kaders en maak de lesstof concreet
Kinderen
die in beelden denken hebben een eigen manier van informatie sorteren. Het is
belangrijk dat deze kinderen eerst het ‘eindresultaat zien’. Anders wordt de
lesstof in een verkeerd vakje opgeslagen.
Eigenlijk
bied je een kapstok, een raamwerk. Als je in de klas bijvoorbeeld het thema de boerderij gaat behandelen, geef dan aan,
dat je de komende weken de dieren van de boerderij gaat bespreken. Schets dan
een beeld van de boerderij en laat zien welke dieren er op de boerderij leven.
Bespreek vervolgens per les een dier van de boerderij.
Kinderen
die in beelden denken zien iets voor zich en hebben een beeld dat ze het direct
kunnen. Na één les rekenen kun je
rekenen. Wanneer het dan na één keer minder goed lukt dan ze dachten, kan het
zijn dat ze teleurgesteld zijn of er kan faalangst ontstaan.
Bij
mij in de praktijk waren een aantal jonge kinderen, die moeite hadden met leren
fietsen en leren zwemmen. Deze kinderen willen niet oefenen, maar het meteen
kunnen. Ze zien helemaal voor zich dat ze het al kunnen. Alleen vergeten ze
welke stapjes je moet zetten om het te leren. Tineke geeft in haar boek ouders
een handige tip, door bijvoorbeeld te vragen aan je kind: ‘ Weet je nog hoe je
hebt leren lopen? Nee, wat gek.. toch kun je het nu zonder erbij na te
denken. In het begin ben je heel veel gevallen en heb je veel geoefend. Een
foto of filmpje laten zien van je kind dat leerde lopen, maakt het nog
concreter.
Ervaring uit mijn praktijk
In
mijn praktijk werk ik met hoogsensitieve kinderen. Kinderen die in beelden
denken zijn vaak sensitief. Dit is een rechterhersenhelft kwaliteit, die bij
beelddenkers zo goed ontwikkeld is. Ze volgen bij mij de “Ik ben Oké! cursus.
Een cognitieve training, waarbij kinderen leren om hun gevoelens te herkennen
en er makkelijker over te praten. Ook leren ze wat je kunt doen als je
overprikkeld bent en leren ze luisteren naar de signalen van hun lichaam. Dit
doen we aan de hand van de stressladder, de zintuigenboom. die kinderen gaan
knutselen. Door het lezen van een verhaal, het knutselen en oefenen in de les,
krijgt de informatie vorm en betekenis. Aan het eind van de cursus vraag ik de
kinderen wat ze allemaal geleerd hebben?
Voor een beelddenkend sensitief kind is deze vraag veel te ruim. Standaard krijg
ik soms als antwoord: ‘dat weet ik niet’.
Ik
besloot mede naar aanleiding van het lezen van het boek ‘de Jonge Beelddenker’,
mijn vraag wat meer te verduidelijken door een concreet voorbeeld noemen, dat het kind me zelf tijdens een van de lessen had
verteld. Zo had een van de kinderen op
de eerste schooldag tegen haar moeder gezegd: ‘ toen het druk werd in de klas
deed ik even de zintuigenboom’. ‘Oh ja’, zei ze, ik heb geleerd dat ik me weer
oké kan voelen als ik de opslagkamertjes van mijn zintuigen even opruim.’ Ook heb samen met een jongen een succestoren
gebouwd van alles dat hij had geleerd in de cursus. We maakten een foto van de
toren en die ging mee naar huis.
Tot slot
Dit
boek is een echte aanrader voor leerkrachten en ouders van beelddenkende
kinderen. Een waardevol boek onmisbaar
op iedere basisschool en in mijn eigen praktijk.
woensdag 18 juni 2014
Knutselen voor vaderdag!
In mijn praktijk kom ik regelmatig kinderen tegen, die het lastig vinden, als iets anders loopt dan ze in hun hoofd hebben. Vaak kloppen de plaatjes in hun hoofd niet met de realiteit. Geïnspireerd door mijn collega Tineke Verdoes, schrijfster van boeken over beelddenken bij kinderen, heb ik dit verhaal geschreven.
Het
is woensdag. Het wordt vandaag een leuke
dag. Bas wordt wakker en heeft zin om naar school te gaan. Dit keer hoeft mama
hem niet twee keer te vragen om op te staan. Voordat mama kan zeggen: ‘Bas heb
je je kleren al aangetrokken’, komt Bas
al aangekleed de trap af naar beneden en
gaat naar de keuken om te ontbijten.
Het
wordt vandaag een leuke dag, want Bas gaat op school iets knutselen voor
vaderdag. En Bas houdt van knutselen.
Veel leuker dan taal en rekenen en lezen. Lezen vindt Bas best wel moeilijk. Sommige
woorden kent Bas nog niet zo goed en van sommige woorden kan Bas geen plaatje
maken in zijn hoofd. Als Bas het woordje
trein leest, dan ziet hij meteen een trein voor zich in zijn hoofd. Maar van het woordje, nu of straks kan Bas
niet makkelijk een plaatje maken in zijn hoofd.
‘Bas?’,
vraagt mama. ‘Eet je je boterham wel op straks komen we te laat?’
‘Ojee!’,
denkt Bas. Want hij maakt zich
zorgen. Wat bedoelt mama met straks? Hoeveel tijd is er nog voordat we naar school
gaan?
Misschien is de bel al gegaan en wordt de juf boos en heb ik niet genoeg tijd om mijn vaderdag cadeautje te knutselen. Bas merkt dat door alle gedachten in zijn hoofd hij een beetje onrustig wordt en hij laat per ongeluk zijn beker melk vallen. Gelukkig zat er nog maar een beetje melk in de beker en pakt mama snel een doekje om de tafel weer schoon te maken. ‘Waar was je met je aandacht Bas? ’, vraagt mama. ‘Was je in gedachten al aan het bedenken wat je voor vaderdag wilt gaan maken?’
Misschien is de bel al gegaan en wordt de juf boos en heb ik niet genoeg tijd om mijn vaderdag cadeautje te knutselen. Bas merkt dat door alle gedachten in zijn hoofd hij een beetje onrustig wordt en hij laat per ongeluk zijn beker melk vallen. Gelukkig zat er nog maar een beetje melk in de beker en pakt mama snel een doekje om de tafel weer schoon te maken. ‘Waar was je met je aandacht Bas? ’, vraagt mama. ‘Was je in gedachten al aan het bedenken wat je voor vaderdag wilt gaan maken?’
Juf
had vorige week al uitgelegd, dat ze voor vaderdag een mooi fotolijstje gaan
maken met een zelfgemaakte tekening erin.
Bas kreeg tijdens het ontbijt een mooi plaatje in zijn hoofd van een
tekening, die hij wilde maken voor in
het fotolijstje.
Eenmaal
op school probeerde Bas de tekening, die hij in zijn hoofd had, op papier te
zetten. Maar Bas vond het niet makkelijk om het plaatje, op papier te krijgen. Hij voelde zich ‘Ojee!’ En voelde dat in zijn hoofd en ook een beetje
in zijn lichaam. Hij kon er geen woorden voor vinden. Hij
stopte met tekenen. Juf Noor kwam bij de tafel van Bas staan en zag dat Bas
gestopt was met tekenen. ‘ Bas, ik merk dat je je Ojee voelt’. ‘Ik zie aan je
gezicht dat er wat is.’ ‘Volgens mij
drijven er sombere wolken boven je hoofd’.
‘Kan ik je helpen?’
Bas
gaf geen antwoord. Hij bleef stil en keek heel erg boos en hield zijn hoofd
naar beneden. Juf snapte er niks van.
‘Je hebt al een mooie tekening gemaakt,
zie ik’, zei juf Noor. Bas bleef boos kijken en kon geen woorden
vinden om te zeggen wat er nu aan de hand was.
Juf Noor, die zelf ook vaak plaatjes in haar hoofd heeft, kreeg opeens een idee.
‘Bas,
kan het zijn dat het plaatje in je hoofd, anders is,
dan de tekening die je nu hebt gemaakt?’
‘Misschien
is het wel heel moeilijk om precies hetzelfde plaatje te tekenen. Zou het
kunnen, dat je je daarom Ojee
voelt?’ Bas keek op. Eindelijk een juf
die hem begrijpt.
‘Ik
heb een goed idee’, zei juf Noor. We pakken in gedachten een fototoestel. We maken nu met dit fototoestel een foto van het plaatje in je hoofd. Nu gaan we de
foto in gedachten uitprinten en gaan we de foto verscheuren en in de prullenbak
stoppen. Het plaatje was te moeilijk om
in werkelijkheid te tekenen. En daarom
gooien we het weg.
Nadat
Bas in gedachten de foto had verscheurd, merkte hij dat het rustiger werd in
zijn hoofd. Het moeilijke plaatje in zijn hoofd was weg. Nu kon hij de tekening
rustig afmaken .
Die
juf Noor toch! Wat heeft ze Bas goed kunnen helpen en zo werd het cadeau
voor vaderdag toch een succes!
donderdag 31 oktober 2013
Hoogsensitieve kinderen en hun denktalent
Een van de kwaliteiten van sensitieve kinderen is, dat ze veel
nadenken over wat ze ervaren en beleven. Ze filosoferen graag en reflecteren
op wat ze horen, zien en voelen. Deze
kinderen hebben een grote behoefte om na te denken over gevoelens,
gebeurtenissen. Ze zijn nieuwsgierig en willen weten, hoe dingen gaan in het
leven. Zo krijg je bovendien een goed overzicht.
Een mooi filmpje, dat laat zien hoe een kind in het leven kan staan en zich op jonge leeftijd al veel
afvraagt, is het filmpje van de jongen Antonio, die geen inktvis wil eten.
Leven………. Volgens 3,5 jarige Luiz Antonio
Dit jongetje beseft zich dat de inktvis op
zijn bord, afkomstig is van een levend dier en vindt het zielig dat dieren
worden doodgemaakt om opgegeten te worden.
Van kwaliteit naar valkuil
Sensitieve kinderen die veel nadenken over wat ze beleven en ervaren en over zintuigen beschikken die heel verfijnd kunnen waarnemen en voelen, kunnen zich ook zorgen gaan maken en zich bang voelen. Kinderen maken elke dag veel dingen mee die ze nog niet begrijpen. Op 6 jarige leeftijd maken kinderen een duidelijke sprong door in hun ontwikkeling. Die sprong houdt in dat kinderen beter in staat zijn fantasie te onderscheiden van de werkelijkheid en steeds beter logisch gaan redeneren. Aan de ene kant betekent dit dat angsten gaan verdwijnen, spoken bestaan niet. Maar hun voorstellingsvermogen wordt groter. Ze gaan steeds beter beseffen wat er zou kunnen gebeuren. Zeker de sensitieve kinderen hebben als kwaliteit, dat hun inbeeldingsvermogen sterk is. Deze kinderen maken zich dan ook sneller zorgen. Als je ouders ruzie maken, kun je je als kind af gaan vragen of ze nu ook gaan scheiden, net als kortgeleden de ouders van je beste vriend.
Piekerfabriek
Als je je zorgen maakt, dan ga je zitten piekeren. Piekeren is heel
ingespannen en overmatig denken.
Piekeren kost veel energie en kan moe maken. Vaak
zijn we ons niet bewust dat we overal gedachten, meningen, oordelen of twijfels
over hebben. We denken dat we met piekeren iets op kunnen lossen, maar dat is
een misvatting. Door je bewust te worden van je gedachten, kun je leren om zelf
invloed uit te oefenen. Eline Snel,
heeft in haar boek ‘stilzitten als een kikker’, een prachtige manier beschreven hoe je, je gedachten kunt observeren en je
hoofd weer leeg kunt maken.
Piekerdoosje
Bij kinderen die het fijn vinden om met hun handen bezig te zijn, kan een mooi en zelf gemaakt en versierd piekerdoosje handig zijn. Vóór het slapen neem je nog even de tijd om te vragen of je kind nog ergens mee zit. Zijn er zorgen, dingen waar hij zich druk over maakt. Door er nog even aan te denken (in plaats van er niet aan te denken) wordt duidelijk waar het over gaat. Precies deze gedachten kunnen in dit doosje gestopt worden. Dekseltje open, zorgen erin, dekseltje weer dicht. Ergens op een plank in de kamer kan je kind zo naar het doosje met piekergedachten kijken. Van een afstandje, zodat het kan zien dat ze niet meer in zijn hoofd zitten.
donderdag 4 juli 2013
Zorgeloos op vakantie met je hoogsensitieve kind
Vakantie is voor de meeste mensen lekker even tot rust komen, niks
hoeven, niet op de klok hoeven kijken. Doen waar je zin in hebt. Nieuwe
omgeving verkennen. Maar soms is met vakantie gaan met je hoogsensitieve kind
verre van relaxt. Voor deze kinderen kan vakantie ook veel stress opleveren.
Weg uit de vertrouwde
omgeving
Met vakantie gaan betekent vaak een nieuwe omgeving. Je slaapt in een ander
bed, het ruikt er anders. De temperatuur kan anders zijn, nieuwe mensen om je
heen, vreemde taal. Andere sfeer, ander eten. De geur van zonnebrand. Al
die nieuwe prikkels kunnen stress opleveren. Hieronder een aantal tips, hoe je
je kind het best kunt begeleiden en wat je kunt doen om zorgeloos te kunnen
genieten van je vakantie met je gezin.
Laat je kind meehelpen
voorbereiden
Bereid je kind goed voor op de vakantie. Leg zoveel mogelijk uit wat jullie
gaan doen. Laat foto’s zien, waar jullie gaan slapen. Laat je kind een eigen
rugtas inpakken, met spulletjes van thuis. Zeg dat het kind deze spulletjes op
zijn kamer of in de tent om zich heen mag hebben. Maak een aftelschema. Hoeveel
nachtjes duurt het nog voordat we gaan?
Frisse buitenlucht tijdens de reis
Het kan zijn dat je lange autorit voor de boeg hebt met je hoogsensitieve
kind. Zorg dan voor voldoende pauzes onderweg, dat je kind even de auto uit kan
om frisse lucht op te snuiven. Even een rondje rennen om de auto helpt ook. Met
z’n allen opgepakt in de auto, vaak nog met stress en vermoeidheid van het werk
in het hoofd. Kortaf of geërgerd reageren als de kinderen op de achterbank
zitten te klieren. Iedereen van ons maakt dit mee. Bedenk dat je sensitieve
kind extra gevoelig is voor sfeer en de manier waarop je reageert. Alles wat je
zegt komt diep binnen en het kind voelt zich persoonlijk geraakt. “Houden papa
en mama nog wel van me”, zullen ze denken na de zoveelste snauw naar de
achterbank. Benoem, dat je een beetje kortaf bent, omdat je nog moe bent van je
werk en toe bent aan vakantie.
Een eigen veilige
nestje creëren
Ga je kamperen of naar een huisje, zorg er dan voor dat je kind een eigen
vertrouwd nestje kan creëren. Besteed aandacht aan de plek waar je kind
slaapt. Neem de tijd om je vakantieverblijf te verkennen en neem de tijd
om de plek waar je kind slaapt in te richten. Een plekje vinden naast het bed
om eigen spulletjes neer te zetten. Meegenomen knuffels of speelgoed van thuis
kan al veel veiligheid bieden. Ook kan het bijvoorbeeld helpen om een eigen
kussen van thuis mee te nemen. Uit eigen ervaring weet ik dat onze
vakantietrip in een camper door Amerika, de minst stressvolle vakantie is
geweest. Wat een voordeel kan het zijn om je eigen bed (je eigen nestje) altijd
bij je te hebben, als je uitstapjes maakt.
De tijd nemen om te
wennen
Je kunt je voorstellen dat als je veel ziet, hoort, ruikt en proeft en alle
indrukken intensief beleeft, je ook meer tijd nodig hebt om te wennen aan
die nieuwe omgeving. Gun je kind die tijd, en gebruik de eerste dagen om lekker
de rust te vinden rondom je vakantieverblijf. Lekker zwemmen en spelletjes
spelen is eigenlijk al genoeg.
Leg veel uit en
besteed positieve aandacht aan je kind
Veel ouders hebben tijdens de vakantie behoefte om ook even zelf tot rust
te komen en niet iedere keer aandacht te hoeven geven aan hun kind. Zeker de
eerste dagen heeft je sensitieve kind juist een beetje extra aandacht nodig en
positieve bevestiging om te kunnen wennen aan de nieuwe omgeving.
Reageert je kind niet zo enthousiast als jij, geef het kind de tijd en de
ruimte. Het krijgt dan vertrouwen dat het oké is om eerst rond te
kijken. Geef complimenten over hoe je kind iets aanpakt. “Wat deed je dat
goed”. We wisten niet of we de trein gingen halen, en jij hielp heel goed mee
door rustig te blijven.”
Ontspannen uit eten
gaan
Even lekker ergens gaan eten, wat ouders vaak een groot feest vinden in de
vakantie, kan voor hoogsensitieve kinderen stress opleveren. Het is soms
moeilijk te begrijpen waarom je kind zoveel stress heeft en jou stress bezorgd als je lekker op een terrasje zit of in een restaurant. Een hoogsensitief kind
zit aan tafel en probeert zich een voorstelling te maken van het eten. “Wat ga
ik eten, hoe ziet het eruit? Vind ik het wel lekker, de stoel waarop ik zit is
te laag, ik heb het warm, Ik weet niet wat ik moet kiezen. Ik heb nu honger en
kan niet wachten op het eten.” Allemaal gedachten, gevoelens en prikkels
uit de omgeving komen binnen en veroorzaken het onrustige gestreste gevoel.
Daarnaast zit het terras vaak vol met andere mensen. Je kind is dan onbewust
verbonden met alles wat om hem heen gebeurt. Laat je kind lekker kleuren in het
restaurant, daarmee verleg je de focus en kan het zijn aandacht
meer bij zichzelf houden en heeft het minder last van de drukte om zich heen.
Als je uit eten gaat, respecteer dan het gevoel van je kind. “Ik snap wel dat
je honger hebt, maar het duurt even voordat het eten er is.” Geef bijvoorbeeld
voordat je uit eten gaat, je kind even een boterham of een kopje soep. Dan is
de eerste honger verdwenen en houd je kind het makkelijker vol.
Gedoceerd activiteiten
ondernemen
Je kind heeft baat bij structuur en duidelijkheid. Als je een activiteit
gaat ondernemen, bereid je kind dan zo goed mogelijk voor. Je kunt laten zien
op foto’s of filmpjes hoe de activiteit eruit zal gaan zien. Hoe laat jullie
weggaan, waar jullie naar toe gaan. Laat dit zien op een kaart bijvoorbeeld.
Leg ook uit dat je niet precies weet of het helemaal zo zal gaan als je
verwacht. Sensitieve kinderen proberen in hun hoofd een beeld te krijgen van de
te ondernemen activiteit. Ze maken een voorstelling hoe het zal zijn.
Gebruikmakend van ervaringen die ze al eerder hebben meegemaakt. Wees dus niet
verbaasd, als je kind boos wordt ter plaatse of uit zijn doen raakt. Hoogstwaarschijnlijk
komt dit doordat de werkelijkheid anders verloopt dan het kind zich had
voorgesteld en dat kan stress opleveren. Je kunt dan het beste je kind daarin
erkenning geven. Klopt het dan het anders is, dan je je had voorgesteld? “Ik
snap dat het vervelend voelt, en dat is oké. Soms loopt het anders dan je
had verwacht, maar het kan toch leuk zijn.”
Veel vakantieplezier toegewenst!
woensdag 12 juni 2013
Mag een kind gewoon 'zijn' ?
“Tegenwoordig
is het bijna aan de orde van de dag; concentratieproblemen bij jonge kinderen,
die dan al snel de diagnose ADHD opgeplakt krijgen met de bijbehorende pillen
er achteraan. In de liefdevol gemaakte film ‘Brammetje Baas’ wordt
dit zeer actuele thema aangesneden zonder dat er met etiketten wordt geplakt en
het laat zien hoe belangrijk het is dat kinderen de ruimte moeten krijgen voor
hun eigenheid en zoveel als mogelijk zichzelf moeten kunnen zijn om evenwichtig
op te kunnen groeien. “
Deze recensie las ik laatst over de kinderfilm
“Brammetje Baas”. Heel treffend en echt
een aanrader, ook voor alle ouders van sensitieve kinderen. Want hoe vaak
plakken we niet een etiket op een kind. Als je kind even uit de pas loopt, niet
meekomt in het huidige onderwijssysteem, dan wordt je kind gezien als een
probleem en wordt er niet gekeken naar eventuele tekortkomingen van het systeem.
Levendige fantasie
Brammetje, de hoofdrolspeler van de film,
heeft een levendige fantasie en is een echte avonturier, uitvinder en gek op
nieuwe woorden. Zijn hersenen staan nooit stil en bij alles wat hij ziet
fantaseert hij en denkt hij verder dan de andere kinderen. Hij is leergierig en
heeft al allerlei gedachten over wat hij allemaal gaat leren in groep 3. Hij
heeft er in zijn hoofd al een beeld bij gemaakt. Echter behalve zijn hersenen, moeten zijn
benen ook altijd bewegen en dat vindt zijn meester niet makkelijk. Na veel
gestrubbel tussen leerkracht en ouders,
komt er uiteindelijk een nieuwe meester, die het jongetje wel begrijpt en hem
aanspreekt op zijn kwaliteiten, zodat
zijn schooltijd een fijne tijd wordt en hij mag zijn wie hij is.
Visueel ingesteld
Brammetje is sterk visueel ingesteld. Veel sensitieve
en/of hoogbegaafde kinderen en kinderen met adhd, add, zullen zich herkennen in
de hoofdrolspeler. Deze kinderen denken vaak in beelden en ieder beeld roept
weer een associatie op. Je kunt je voorstellen, dat het dan ook lastig is om je
aandacht er soms bij te houden in de klas.
(Hoog)sensitieve kinderen
Hoogsensitieve kinderen hebben een verfijnd
zenuwstelsel en krijgen veel prikkels te verwerken van hun omgeving. Hierdoor kunnen ze vaak met hun aandacht
verspringen, kunnen zich slecht concentreren in de klas of hebben moeite iets
af te maken. Of ze zijn juist stil, en vinden het moeilijk om
vriendjes te maken. Soms voelen ze zich boos, terwijl ze dat helemaal niet
willen. Of ze slapen slecht en voelen zich moe.
Er gaat veel om in de hoofden van deze kinderen. Sensitieve kinderen
reageren vanuit hun gevoel. Een prikkel leidt tot een fysieke sensatie, vaak
onbewust. Het is belangrijk dat deze kinderen leren benoemen wat ze
ervaren.
Ik ben oké cursus voor (hoog) sensitieve
kinderen
Bureau coaching kitchen biedt een praktische
cursus aan voor (hoog)sensitieve kinderen. Geen cursus waarin een etiket wordt
geplakt op het kind. In deze cursus leren de kinderen er te mogen zijn. Het is
niet de bedoeling om het kind te veranderen, maar er wordt een veilige sfeer gecreëerd
met een vaste structuur en duidelijke communicatie. Dit maakt dat de kinderen weten wat er van ze
wordt verwacht. De talenten van deze
kinderen worden aangesproken en op deze manier leren de kinderen te reflecteren
op zichzelf. Tijdens de cursus gaan ze luisteren naar verhalen, knutselen,
handige oplossingen verzinnen, als onverwachte dingen gebeuren, ze leren zich
te ontspannen waardoor ze weer beter kunnen
opletten in de klas.
Bureau coaching Kitchen is aangesloten bij Stichting
Wijze moeders, die de cursus heeft ontwikkeld en organiseert de ´ik ben ok`,
cursus in huiselijke sfeer. Voor meer
informatie over cursusdata kun je contact opnemen met Coaching Kitchen, Clarien
Tinbergen: 06-47520379
Abonneren op:
Posts (Atom)