donderdag 18 februari 2016

Je eigen plek








Pauline komt opgewekt de praktijk binnen. Ik word meteen vrolijk als ik haar glimlach zie. Ze heeft duidelijk zin in de les. Ze neemt afscheid van haar moeder en zusje en we gaan lekker aan het werk. In een oogopslag ziet Pauline, dat er nieuwe spulletjes in mijn praktijk staan. Ze ziet een triptrapstoel die ik heb neergezet en gaat direct proberen hoe hij zit. ‘Je moet hem wel nog even wat lager zetten’, want zo kan ik niet goed zitten. Kijk maar!’  Ze kijkt verder om haar heen en signaleert de kapla in een hoek. ‘Weet je je begint toch altijd met het voorlezen van een verhaal en dan mag ik toch altijd kleuren? Vandaag ga ik met de kapla spelen als je leest.’ Ik vind het goed en vraag haar of ze nog iets nieuws ziet. Ze ziet onmiddellijk het speelgoedkeukentje met de potten en pannen. Ik vertel haar hoe de les er vandaag uit gaat zien en wat we allemaal gaan doen.  Het keukentje gaan we vandaag ook gebruiken. Zichtbaar wordt haar gezicht nog vrolijker. De les van vandaag gaat over het auratuintje.  Haar opmerkzaamheid is een mooie kwaliteit. Hoogsensitieve kinderen zien vaak in een oogopslag, dat er iets is veranderd in de klas. Dat de stoelen anders staan, of dat juf anders doet dan normaal.  Een mooie eigenschap, maar kinderen kunnen hierdoor ook sneller overprikkeld raken.  Ze gaan dan zo op in alles wat ze zien en beleven en kunnen daardoor uit balans raken. Het is belangrijk dat kinderen zich bewust worden van hun eigen ruimte. Hun eigen plek en dat ze leren om stevig te staan.  Als je alsmaar verbonden bent met wat je overal ziet en hoort en voelt, dan ben je niet met aandacht bij jezelf. Dan kan het zijn dat je ’s avonds als je gaat slapen merkt dat je lichaam nog heel druk is vanbinnen.  In het verhaal van het auratuintje uit de ik ben oké! cursus, wordt heel mooi uitgelegd, dat je lichaam je huis is waar je in woont. En dat het bij jezelf in je eigen huis altijd fijn voelt. Om je huis heb je een tuin en dat is je eigen ruimte. Alle mensen hebben een eigen ruimte, maar die zie je niet. Maar als je speelt met andere kinderen en je zit in de klas en juf wordt boos omdat de kinderen niet goed luisteren bijvoorbeeld, dan drijft er een donkere boze wolk van juf in je tuin. En misschien ook drukke wolken van kinderen in je klas.  Dan wordt het zo vol in je tuin, dat het in je eigen ruimte niet meer fijn voelt.  Pauline luistert aandachtig en maakt ondertussen een mooi huis met stevige muren van kapla. Ik ga door met het voorlezen van het verhaal, dat eigenlijk een soort droomreisje is. Je doet alsof. Na afloop bespreken we samen hoe het huis van Pauline eruitziet. Ik vraag haar of haar huis ook een tuin heeft. ‘Ja zegt ze, die is er wel maar die zie je niet’.  De rest van het uur oefenen we met het voelen van je eigen ruimte en verder oefenen we met handige oplossingen bedenken als je op je stressladder klimt. We doen dat ook spelenderwijs en bakken samen koekjes in de oven. Met moeite gaat Pauline na de les mee naar huis. Ze had nog uren door willen spelen en ik ook.